De koolrabi of ook wel meiknol genoemd, is een groente die vermoedelijk uit Noord-Europa komt. Het is een van de vele teeltvormen van kool, die bestaat uit een kruising van wilde kool en wilde witte biet.
Koolrabi kan zowel rauw als gekookt genuttigd worden. Deze calorie-arme groente (24 kcal/100g) is rijk aan bouwstoffen zoals vitamine-b, vitamine-c, kalium, magnesium.
Je mag de knol niet te groot laten worden, als ze 7 tot 8 cm in doorsnee zijn moet je ze oogsten anders worden ze vezelig.
De koolrabi heeft behoefte aan een voedingsrijke en vochtige bodem en hij groeit het beste in een gematigd klimaat. De meeste koolrabi wordt verbouwd in Duitsland, waar men er per jaar 40.000 ton van voortbrengt.
Koolrabi Lanro is een fijne koolrabi-ras dat forse, witte, bovengrondse knollen vormt. Het ras is zowel geschikt voor teelt in de kas, de platte bak, als voor vroege teelt in de vollegrond.
Zaaien: in kas of bak: half februari zaaien onder glas, eind maart uitplanten op 30 x 25 cm. Zorg dat de grond voldoende vochtig blijft om groeistoornissen te voorkomen. Door droogte kunnen ‘verhoute’ gedeeltes in knollen optreden. Niet te veel mesten, een rustige gelijkmatige groei is het best. Bij vroege zaai zijn de planten gevoeliger voor opschieten: ze vormen dan bloeistengels en de knol zal dan niet veel meer voorstellen.
Oogst: bij teelt in kas of bak: ongeveer half mei. Bij vroege vollegrondsteelt: begin juni. Oogst als de knol een doorsnede van 7 – 8 cm.
Latijnse naam koolrabi: Brassica oleracea convar. acephala alef. var. gongylodes