Chinese kool (Brassica pekinensis, syn. Brassica campestris) is een groente die hoort bij het geslacht Kool uit de Kruisbloemenfamilie (Cruciferae oftewel Brassicaceae). Het is een snel groeiende kool, die afkomstig is uit Oost-Azië. De kool wordt in China (rond Peking), Japan, Korea en Taiwan op grote schaal geteeld. Chinese kool heeft bladeren met brede nerven. Chinese kool heeft geen koolsmaak en kan zowel rauw als gekookt worden gegeten. De smaak is het beste als de kool beetgaar is wat na 10 minuten koken al bereikt wordt. In de koelkast kan chinese kool tot 2 weken bewaard worden ook als deze doormidden is gesneden. Een verrukkelijke groente voor de nazomer. De slanke, langwerpige kolen die van boven iets open staan, zijn donkergroen, kunnen op allerlei manieren bereid worden en ze smaken heerlijk. De kolen groeien bovendien goed en snel en zijn om al die redenen de teelt meer dan waard. Zaaien: in de periode half juli tot half augustus op voedzame grond. Zaai zeker niet vroeger dan half juli, anders is de kans op ‘schieten’ (het vormen van een bloemstengel) te groot en komt er van koolvorming niets meer terecht. Zaai op regels (of rijen) die 50 cm uit elkaar liggen. Zaai zo dun mogelijk. Na opkomst uitdunnen (het teveel aan planten wegnemen) tot de overblijvende planten op 40 cm afstand van elkaar in de rij staan. Verplanten lukt niet met Chinese kool. Houd de grond goed vochtig. Oogst: in september-oktober, afhankelijk van de zaaitijd. Bewaren: in het groentevak van uw koelkast.